Schopt jouw kind ook tegen deuren als hij boos is? Of roept hij door anderen heen? Of loopt je dochter continu weg van tafel bij het avondeten? Dikke kans dat hij of zij moeite heeft met impulsbeheersing: dat er geen tijd zit tussen de prikkel die je kind binnen krijgt en zijn of haar reactie daarop. Impulsbeheersing is denken voordat je doet, zogezegd.

 

Wat is impulsbeheersing?

Nu is van tafel lopen niet zo erg, al kan het storend zijn. Maar problemen in de impulsbeheersing kunnen op latere leeftijd ook voor grotere problemen zorgen. Kinderen met een slechte impulsbeheersing groeien vaker op met problemen zoals stelen, brandstichting, gokken maar ook dwangmatig haren uittrekken of grote risico’s nemen. Dat wens je natuurlijk geen enkel kind toe.

 

Bij autisme en ADHD komen problemen met impulsbeheersing vaker voor dan anders. Het hersengebied waar de impulsbeheersing zit – de prefrontale cortex – wordt minder goed aangestuurd. Ook het werkgeheugen is bij onze kinderen vaak overbelast – dat betekent dat kinderen vaak een vertraging hebben tussen het denken en het doen.

 

Impulsbeheersing is iets dat je kunt leren. Dat gaat het beste met hulp van een professional, maar het is heel helpend om thuis veel te oefenen. Zo train je de hersengebieden van je kind!

En, zoals altijd: hoe jonger je begint en hoe vaker je oefent, hoe beter het resultaat.

 

Woensdag spelletjesdag!

Vandaag is het woensdag en het is slecht weer. Vandaag dus spelletjes om binnen met je kind te doen die helpen bij het versterken van zijn of haar impulsbeheersing!

 

1: Annemaria Koekoek

  • Eén iemand is ‘hem’
  • Iedereen staat klaar, ‘hem’ staat omgekeerd
  • ‘Hem’ zegt langzaam “Annemaria…” en iedereen loopt
  • Als ‘hem’ “Koekoek!” zegt, stopt iedereen en staat stil als een standbeeld

 

2: Oefen met ‘om de beurt’

  • Speel een spel waar je om de beurt moet gooien of kaarten moet leggen
  • Bordspellen zijn ideaal!
  • Lees om de beurt voor
  • Kleur samen om de beurt een kleurplaat in
  • Laat samen de hond uit en wissel om de beurt met vast houden

 

3: Klap en kopieer

  • Eén iemand klapt een simpel patroon. De ander moet het na klappen.
  • Wissel om als het mis gaat.

 

4: Doe de bevriesdans

  • Zet muziek aan. Als de muziek stopt,  ‘bevries’ je.
  • Je kunt dit spel uitbreiden door steeds één lichaamsdeel te noemen dat ‘ontdooit’ totdat iedereen helemaal ontdooid is en de muziek weer aan gaat.

 

 

5: Spiegelen

  • Twee spelers staan tegenover elkaar. Eén speler beweegt langzaam. De ander doet hem na als zijn spiegelbeeld.
  • Dit spelletje stimuleert ook de spiegelneuronen van je kind, die belangrijk zijn voor het leren van sociaal gedrag.

 

Wil je meer leren over impulscontrole en hoe dat werkt in het brein van je kind? En wil je op zoek naar wat hem of haar daar verder bij kan helpen?
In het BijzonderBrein programma brengen we samen het brein van je kind in kaart. Zo kun je zien waar de sterke en minder sterke kanten van het brein zitten, en gaan we gericht op zoek naar manieren om die ontwikkeling te ondersteunen!

Meer informatie vind je hier.