Bij kinderen met autisme zijn het denkpatroon en de redenen achter het gedrag vaak anders dan bij niet-autistische kinderen.
Het is tijd om dieper te kijken om kinderen in het spectrum te begrijpen en te ondersteunen in plaats van te reageren op alleen maar het gedrag dat we zien. Er zijn namelijk vijf redenen die het meest voorkomen waarom kinderen met autisme bepaald gedrag vertonen – zoals van streek zijn, gefrustreerd, boos of emotioneel.
Gedrag komt niet uit het niets, dat weten we allemaal. Er zijn redenen voor gedrag. Het gedrag dat we zien is altijd een eindresultaat van iets anders!
Voordat je kind bepaald gedrag laat zien, is er vaak al een heleboel gebeurd. Wij als ouders zien alleen het eindresultaat, maar er zijn vijf hoofdredenen die op elkaar volgen die zorgen voor gedrag en die dus een verklaring kunnen zijn voor wat je ziet.
- Hiermee start het vaak. Kinderen met autisme kunnen de wereld niet goed voorspellen, en dat leidt tot veel onzekerheid en angst voor het onbekende.
- Soms werkt de motoriek van je kind niet mee. Dat zorgt er voor dat dat wat je kind in zijn of haar hoofd heeft, niet lukt. Dat kan gaan om papier knippen, maar ook fietsen of schrijven. Het wil niet vlotten en dat zorgt voor frustratie.
- Bij autisme komen er vaak meer prikkels binnen, en ze komen ook harder binnen. Dat zorgt ervoor dat je kind minder ruimte in zijn hoofd over houdt om van denken naar doen te komen – een beperkt werkgeheugen, zeggen we dan. Bij heftige emoties wordt dit nog erger.
- Sociale vaardigheden. Kinderen met autisme kunnen zich vaak minder goed uiten en vinden moeilijker aansluiting. Dat zorgt er voor dat aangeven wat ze nodig hebben, vaak niet goed lukt.
- Executieve vaardigheden. Daaronder vallen dingen zoals overzicht hebben, plannen maken en uitvoeren en je emoties beheersen. Bij autisme hebben kinderen vaak moeite met deze dingen; hun executieve vaardigheden ontwikkelen zich langzamer.
Al deze dingen bouwen op elkaar voort en zorgen samen dat iets kleins kan uitgroeien tot iets heel groots, met hele grote emotionele gevolgen.
Als ouders is het vooral de kunst om te kijken op welke van deze vijf punten je kind op een bepaald moment blijft ‘haken’ waardoor frustratie, angst of een andere emotie kan ontstaan of kan groeien.
Haal op dat moment je kind even uit de situatie en help hem of haar het probleem te benoemen. Zoek daarna samen naar een oplossing, of bied een oplossing aan. Wat (emotioneel) grotere kinderen kunnen dit vaak met wat begeleiding zelf, maar wel pas op het moment dat ze even tot rust zijn gekomen.
Wil je je kind écht ondersteunen? Ga dan op zoek naar waar het bij jouw kind bij deze stappen aan ontbreekt, en help hem of haar door de juiste oefeningen te doen of de juiste therapie te zoeken.
Wil je daar een keer over sparren? Dat kan natuurlijk!
Je mag altijd een gratis meedenksessie inplannen via calendly.com/bijzonderbrein