Let op, want ik ga een verhaal opschrijven dat door mijn hoofd zingt. Voor dat soort verhalen heb ik meestal wat meer woorden nodig. Maar heus, het gaat ergens heen, so stay with me.

 

Positief zelfbeeld

De reden voor deze gedachten is aankomende januari. Zoals je misschien weet geef ik iedere maand gratis een themakalender uit met opdrachtjes om zelf en met je kind te doen. Allemaal gericht op het bouwen van een stevige basis voor je kind.

 

Deze januari staat in het thema van een postief zelfbeeld. Dat is iets waar veel kinderen met autisme mee worstelen. Sowieso is dat een lastige vraag om over na te denken: ‘wie ben ik?’ Zeker als je net even anders in elkaar steekt en anders reageert dan anderen zorgt er voor dat je kunt gaan twijfelen of je wel de moeite waard bent.

Tot slot heb je daar dan ook nog de buitenwereld, die heel negatief kan reageren op je autisme omfdat ze simpelweg niet begrijpen waarom je doet wat je doet. Die constante negativiteit, het gevoel van falen of tekortschieten – dat doet wat met je.

 

Buiten- en binnenperspectief

 

Een zelfbeeld bestaat uit regels in je hoofd van wie je bent.

Als die er eenmaal in zitten, is het moeilijk om die er weer uit te krijgen.

Want je hebt tegen jezelf gezegd: dit ben ik, zo zit ik in elkaar. Dat geeft geen ruimte om flexibel te zijn, om je te ontwikkelen, om je persoonlijkheid te laten ontwikkelen.

 

Veel beter is het om niet te kijken naar wat je ziet als je naar jezelf kijkt van buitenaf, maar dat je naar jezelf leert kijken van binnenuit.

 

Wat ik daar mee bedoel: wanneer je van buitenaf naar jezelf kijken, kijk je naar wat je doet, wat je invloed is op de wereld om je heen, hoe anderen jou zien – of beter gezegd, hoe jij dénkt dat anderen jou zien.

Dit is niet wíe je bent, maar hóe je bent.

 

Wanneer je van binnenuit naar jezelf kijkt, dan kijk je naar waaróm je de dingen doet die je doet en de gedachten die je denkt. Je bent dan bezig met onderzoeken wíe je bent. Naar hoe je in elkaar zit, en dus ook waarom je doet wat je doet.

 

In vage coachingstaal zeg je dan, dat je onderzoekt wie je in je diepste wezen bent, zodat je kunt leven naar je diepste waarden, waardoor je gelukkig wordt.

En ook al rol ik bijna automatisch met mijn ogen als ik dit soort vaagtaal hoor (sorry, mede-coaches), er zit wel het volgende in.

Als je weet:

  • hoe jij in elkaar zit;
  • en wat jij belangrijk vindt;
  • dan weet je ook welke besluiten jou gelukkig maken;
  • en dan kun je ook de eerlijke afweging maken of je dát besluit neemt of een besluit waarvan je denkt dat een ander dat van je verwacht.

 

Opvoeden

Uiteindelijk word je gelukkig als de dingen die je doet, kloppen bij wie jij bent als mens.

Dat geldt voor ons allemaal: als je werk niet bij je past zul je er niet gelukkig van worden. bijvoorbeeld.

Dit geldt ook voor kinderen. En daar wordt het gelijk heel moeilijk.

Want van kinderen verwachten we enorm veel dingen die zij niet leuk vinden en die in eerste instantie niet bij hen passen.

 

Een deel daarvan hoort ook gewoon bij een opvoeding, en bij samen leven.

Je woont in een huis met anderen, en dat betekent dat je ook dingen moet doen die je niet leuk vindt. Plus: opvoeden is ook karakter bouwen. Door verantwoordelijkheid op te bouwen, doorzettingsvermogen, en zelfcontrole bijvoorbeeld.

 

Maar uiteindelijk is dat niet het punt. Waar het om gaat is dat wij als ouders en opvoeders ons kind helpen om uit te vinden wie hij is, zonder dat hij daarbij kijkt naar wat er van hem verwacht wordt. Die stap komt pas daarna.

En dat betekent niet dat het niet belangrijk is dat je ook kijkt naar wat er van je verwacht wordt! Maar wel dat je dat doet vanuit de juiste motivatie.

 

Parkeren

Het betekent dat we als ouders de juiste vragen moeten gaan stellen.

 

Als je kind in bed blijft liggen terwijl hij zijn krantenwijk moet lopen bijvoorbeeld.

Blijkbaar is zijn motivatie dan niet groot genoeg. De beloning die hij krijgt in geld, of in trots op zijn doorzettingsvermogen weegt niet op tegen blijven liggen. Of hij heeft het gevoel dat het niet uit maakt omdat hij toch al een mislukkeling is, en dit er wel bij kan.

Wat vindt je kind belangrijk? En hoe kun je daar bij aansluiten?

 

Wat vind jij nu belangrijker: dingen snel af hebben, of dingen foutloos doen?

Jezelf beschermen, of op komen voor anderen?

In je eigen fantasiewereld zijn, of de kans lopen om gekwetst te worden door een vriendje?

 

We hebben over deze dingen vaak een oordeel. Maar dat is óns oordeel, op basis van ónze waarden. Die van ons kind kunnen heel anders zijn. Pas als je weet wat jouw kind belangrijk vindt, kun je hem helpen om stevig in zijn schoenen te staan en de keuzes te maken die bij hem passen. En ook dan pas kun je hem uitdagen om verder te kijken naar de waardes van anderen, en daar rekening mee te houden.

 

Dus wil je je kind helpen in zijn zelfontwikkeling?

Parkeer dan je eigen mening en je eigen waarden. En vraag.