Autisme is een andere hersenaanleg die invloed heeft op de manier waarop mensen communiceren, sociale interacties aangaan en prikkels verwerken. Hoewel autisme zowel bij jongens als meisjes kan voorkomen, zien we dat autisme zich op een andere manier uit bij meisjes dan bij jongens. Dat heeft belangrijke gevolgen voor het stellen van een diagnose en het bieden van de juiste behandeling en maatschappelijke ondersteuning.
Het stereotype beeld van autisme is vaak gebaseerd op de manier van uiten bij jongens, waarbij kenmerken zoals beperkte interesses, repetitief gedrag en moeite met sociale interacties op de voorgrond staan. Bij meisjes uit autisme zich vaak anders. Ze kunnen beter zijn in het imiteren van sociaal gedrag, waardoor hun problemen met sociale interacties minder zichtbaar zijn. Ook hebben meisjes met autisme vaker last van angst en depressie dan jongens, waardoor het autisme op de achtergrond raakt en er overmatig gefocust wordt op de angsten of somberheid – terwijl deze juist vaak voort komen uit het autisme. Daarnaast hebben meisjes vaak meer verbale vaardigheden dan jongens, wat ook kan helpen om hun problemen te verbergen. De angst om buiten de groep te vallen is bij meisjes vaak dusdanig groot dat ze hun autisme gaan camoufleren – ten koste van henzelf.
Deze verschillen in de manier waarop het autisme zich uit, kan ertoe leiden dat meisjes minder snel worden gediagnosticeerd dan jongens. Vaak worden hun problemen niet herkend of worden ze ten onrechte toegeschreven aan iets anders, zoals verlegenheid, angst of depressie. Veel vaker dan bij jongens leidt het tot misdiagnose – borderline, angststoornis et cetera. Niet alleen kan dat leiden tot een gebrek aan ondersteuning en begrip van hun omgeving, maar ook tot isolatie en onbegrip.
Daar komt nog eens bovenop dat er bij meisjes van kleur vaak nóg minder aandacht is voor de mogelijkheid dat ze autistisch zijn. Deels komt dat door stigma’s en vooroordelen bestaan over autisme in sommige culturen en gemeenschappen, waardoor ouders minder snel geneigd zijn om hulp te zoeken voor hun kinderen. Maar heel vaak is er ook sprake zijn van discriminatie in de geestelijke gezondheidszorg, waardoor de toegang tot zorg wordt beperkt. Bij deze groep meisjes wordt de oorzaak veel vaker gezocht in de opvoeding of cultuur – waardoor de diagnose vaak achter blijft of erg laat komt.
Onderzoek in de GGZ is lang – net zoals in de medische wetenschap – gebaseerd geweest op onderzoek bij mannen en jongens. Het is goed dat er de laatste jaren steeds meer aandacht komt voor de verschillen in mannen en vrouwen als het gaat om ziektebeelden en psychologische beelden. Maar toch dénken we veel te weten, maar blijft ons begrip toch achter.
Denk jij te weten welke van jouw vrouwelijke collega’s autistisch is? Welke buurvrouw? Welke schoolpleinmoeder? Welk klasgenootje van je kind? Waarschijnlijk zou het je verbazen.
Daarom vandaag, op Internationale Vrouwendag, de oproep: lees je in. Volg autistische influencers, zowel mannen als vrouwen. Lees artikelen van het FANN netwerk van de Nederlandse Vereniging voor Autisme. ChatGPT eens bij elkaar hoe autisme zich bij vrouwen uit.
Want hoe meer we afzonderlijk van elkaar weten weten, hoe meer we ook samen kunnen toewerken naar een samenleving die oog heeft voor álle mensen.