Vorige week op het schoolplein stond mijn jongste dochter bedremmeld naast het meisje waarmee ze wilde afspreken. Dat meisje was vrolijk aan het kletsen met een klasgenootje en had mijn dochter maar half opgemerkt. Ik zag mijn dochter iets vragen, maar het meisje kletste vrolijk verder en had niets in de gaten. Dochterlief keek nog even, draaide zich toen om en kwam boos en verdrietig naar me toe gelopen.

Met een uithaal riep ze dat het meisje stóm was, want die deed net of zij niet bestond!

 

Sociale onhandigheid – als moeder wil ik me er maar al te graag tegenaan bemoeien.

Schat, tik het meisje gewoon even aan! Praat wat harder! Vraag het niet pas op het schoolplein!

 

De meeste kinderen leren ‘vanzelf’ hoe dat soort dingen werken. Ze leren door af te kijken van anderen (vooral van ons!) en door te bedenken wat er wel en niet werkte en daar hun gedrag op aan te passen.

Maar bij sommige kinderen gaat het niet vanzelf. Die hebben wat meer hulp nodig, en hoe vroeger, hoe liever.

 

Ondertitelen

Eén van die methodes is ondertitelen.

Bij ondertitelen beschrijf jij als ouder wat je ziet dat er gebeurt, wat je ziet aan emotie en je geeft context en betekenis aan de situatie.

Dat klinkt misschien wat ingewikkeld, maar ‘ondertitelen’ dekt de lading eigenlijk heel goed!

 

In dit geval had ik kunnen zeggen:

“Ik zie dat je boos bent. Omdat Anna niet op jou reageerde. En daarom zeg je nu dat je haar stom vindt.”

 

Hierbij houd ik het simpel: ik benoem wat ik aan emotie zie, ik zeg wat de oorzaak is en ik zeg wat ik als gevolg zie.  En ik houd mijn eigen gevoelens er buiten.

 

Als ik de situatie voor mijn kind wil uitleggen kan ik het uitgebreider doen. Liefst op een moment dat ze niet meer boos of verdrietig is.

 

Dan kan ik tegen mijn dochter het volgende zeggen:

“Ik zag dat je naar Anna toe liep, en dat Anna met Roos aan het praten was. Daardoor zag Anna jou niet, want jij ging schuin achter haar staan. Je was een beetje onzeker. En toen vroeg je of ze wilde spelen, maar omdat je heel zacht praatte hoorde Anna jou ook niet. Toen zag ik dat je verdrietig en boos werd, en toen kwam je naar mij toe. Je zei dat Anna deed alsof je niet bestond, maar ze had je helemaal niet gezien.”

En eventueel: “Volgende keer dat je met iemand wil afspreken, kun je beter voor die persoon gaan staan, haar naam zeggen, haar in haar ogen kijken en dán vragen of ze wil afpreken.”

 

Nou is dit een heel ‘talig’ voorbeeld, en voor sommige kinderen misschien best hoog gegrepen. Wat ook heel goed werkt is het uittekenen, of er zelfs een stripverhaal van maken. Zo werk je eigenlijk een ‘sociaal script’ uit.

 

Emoties ondertitelen

Behalve situaties kun je dus ook alleen emoties ondertitelen.

Benoem wat er feitelijk te zien is, en wat dat betekent. Zo geef je je kind herkenningspunten voor het begrijpen van emoties.

Bij de emoties van je kind kan dat er uit zien als “Ik zie dat je glimlacht en dat je met je handen fladdert. Ook hoor ik je klikken met je tong. Jij bent blij, hè?”

En bij jezelf: “Mijn wenkbrouwen zijn gefronst en ik ga harder praten! Ik ben boos!”

 

Mentaliseren

Ondertitelen van emoties is belangrijk om je kind te leren mentaliseren.
Met mentaliseren bedoelen we dat je kind leert om naar zijn eigen gedrag en gevoel te kijken, en naar het gedrag en gevoel van een ander, en te begrijpen waarom hijzelf en de ander op een bapaalde manier op elkaar reageren en waar eventuele denkfouten in de interactie kunnen zitten.

Bijvoorbeeld: je kind heeft ruzie met een vriendje, omdat het vriendje onaardig deed. Daar reageert je kind boos op. Mentaliseren is dan dat je kind later kan bedenken dat het vriendje gevallen was en pijn had, en dat hij daarom misschien even niet aardig kon reageren. Van daaruit kan je kind dan tot een oplossing van de situatie komen, of een volgende keer anders reageren.

 

Mentaliseren is voor kinderen met autisme ontzettend lastig. Het vraagt een constante terugkoppeling en doorvragen van ouders (en andere begeleiders) op wat er gebeurde, en waarom. Het ontrafelen van situaties waar je niet bij was vraagt heel veel geduld en inlevingsvermogen. Om het dan ook nog duidelijk voor je kind uit te leggen – of uit te tekenen – is een kunst op zich. Toch kan je kind er wel in groeien, maar alleen als je het consequent doet.

 

Ik en de ander

Ook kan het ondertitelen van gedrag en emoties je kind helpen om het verschil te gaan zien tussen zijn eigen emoties en de emoties van anderen. Veel autistische kinderen zijn heel gevoelig voor andermans emoties en nemen die gemakkelijk over.

Door steeds te benoemen wat je ziet, bij wie je dat ziet en wat dat betekent voor je kind, kun je je kind leren om daar op een gezonde manier mee om te gaan.

Bijvoorbeeld door te zeggen: “De buurjongen schreeuwt, want hij is boos omdat hij niet op de trampoline mag. Dat is niet jouw probleem, jij kunt gewoon door gaan met tekenen. En als je last hebt van zijn geschreeuw, zetten we gewoon een koptelefoon op.”

 

Ondertitel jij ook al bewust of onbewust?