“Doe effe lekker normaal ja! Ik ben zelf autist!”
Mijn dochter vertelde het smakelijk, toen ze uit school kwam. Dat een jongen uit haar klas grappig had gespot dat iemand autistisch was. En dat mijn dochter de jongen in kwestie dus op deze manier van repliek gediend had.
Mijn dochter vindt ‘autist’ geen scheldwoord. Sterker nog, zodra ze haar diagnose kreeg heeft ze die omarmd en draagt ze hem als een ereteken.
Het zal absoluut schelen dat haar oudere broer de diagnose ASS al een poosje had, en dat dochterlief zich al jaren slecht en ‘anders dan de rest’ voelde.
Haar diagnose was daarmee een opluchting en een manier om haar identiteit mee vorm te kunnen geven. Niet dat ik daar nu altijd blij mee ben, maar het geeft haar houvast en een startpunt om met de dingen om te gaan waar ze tegenaan loopt.
Uit allerlei onderzoek blijkt dat er een behoorlijke samenhang is tussen hoe je naar autisme kijkt en hoe je naar jezelf kijkt als je autisme hebt – of autist bent, maar net hoe je dat zelf in woorden giet.
Hoe positiever je kijkt naar autisme, hoe meer contact je hebt met andere mensen met autisme en hoe actiever je bent in een netwerk waarin positief naar autisme gekeken wordt, hoe groter je gevoel van eigenwaarde als autist meestal is.
En dat is natuurlijk heel logisch!
Het beste wat je dus kunt doen voor je kind, is zorgen dat je kind zijn of haar diagnose niet alleen accepteert, maar ook vooral gaat focussen op de positieve eigenschappen die die diagnose met zich mee brengt. En dat start in je eigen gezin!
Het opbouwen van een eigen – positieve – identiteit vraagt bij autisme vaak wat meer dan bij kinderen zonder autisme. Daar kunnen veel dingen in mee spelen: niet kunnen kiezen, jezelf anders voor moeten of willen doen dan je eigenlijk bent, niet goed op jezelf kunnen reflecteren, geen woorden kunnen geven aan je gedachten… het voert te ver om hier dat proces uit te leggen.
Wat wel duidelijk is, is dat het benoemen van positieve eigenschappen bij je kind erg helpt om een goed gevoel van eigenwaarde en een eigen identiteit op te bouwen.
Ga deze week eens na: wat zijn de eigenschappen in jouw kind die hem of haar bijzonder maken?