“Twee over acht! Raak je voet aan!” En “Tien tien! Jump!” (20:02 uur & 10:10 uur)

Tegenwoordig kijk ik er niet meer van op. Het is bij ons hetzelfde als het onschuldige alleen-op-de-witte-strepen-van-het-zebrapad-springen. Vrij onschuldig dus, en van alle tijden. Wie herinnert zich nog “met één been op de stoep | en één been in de goot | want als ik dat niet doe | dan ben ik morgen dood | ik kom er niet vanaf | ik baal er wel eens van | ik weet alleen maar dat ik het niet laten kan”?

(Okee, die was voor de oudjes onder ons – hier is de link.)

Maar wat nu als je kind niet zonder vaste rituelen kan, of dwangmatig iets moet doen of laten?

Dat kan knipperen met de licht zijn, deuren openen en sluiten, maar ook tics zoals snuffen of haren trekken kunnen daar onder vallen.

Heb je een kind met rituelen of obsessief gedrag? Routines en ‘dwang’ zoals het voorbeeld met het zebrapad of de tijd roepen komen vrij vaak voor bij kinderen en het is zelden een probleem. Maar: het kan een obsessief-compulsieve stoornis worden als de routines intenser worden of als ze het leven van je kind in de weg gaan staan.

 

De rituelen en het dwanggedrag van je kind

Elk kind met autisme heeft in zekere zin routines en vertoont soms dwanggedrag. Een routine of ritueel biedt richting en zekerheid. Kinderen houden van routines, zoals een vaste routine voor het slapengaan of een vaste volgorde van wakker worden. Kleuters en basisschoolleerlingen vertonen sowieso vaak obsessief gedrag, zoals de lijntjes van de stoeptegels niet mogen raken of iets keer op keer tellen. Dat gedrag hangt hoogstwaarschijnlijk samen met het krijgen van controle over hun omgeving en het om kunnen gaan met de verwachtingen van hun omgeving.

Kinderen zonder autisme groeien er meestal overheen en de rituelen of het dwanggedrag verdwijnen dan vanzelf. Zo lang je kind er geen last van heeft, hoef je je er geen zorgen om te maken.

Bij sommige kinderen wordt het dwanggedrag juist erger naarmate ze ouder worden. Bijvoorbeeld steeds vaker handen wassen, een bepaald aantal keren op iets tikken of dingen in een bepaalde volgorde moeten doen.

Dwangmatig gedrag helpt je kind om te ontspannen. Veel kinderen zijn bang dat als ze zich niet aan de dwanghandelingen houden, er iets ergs met hen zou gebeuren. Ze voelen zich rustiger en gezonder na het doen van de handelingen of rituelen.

Kinderen met autisme zijn hier vatbaarder voor. Dat komt omdat zij een veel grotere behoefte voelen om hun wereld onder controle te krijgen. Een brein met autisme is heel slecht in de wereld voorspellen: voor je kind zijn veel situaties buitenshuis (en soms ook daar binnen) ‘nieuw’. Door zelf gedrag te herhalen, weet je kind wat hij of zij kan verwachten. Je kind bouwt dus op die manier voorspelbaarheid in en dat geeft rust en een (gemaakt) gevoel van veiligheid.

 

Wanneer is het OCD/OCS oftewel een obsessieve compulsieve stoornis?

Dit is kort gezegd wanneer obsessies of dwanghandelingen je kind belemmeren in zijn gewone doen en laten. Voorbeelden van dwanghandelingen zijn steeds opnieuw en onnodig je handen wassen, dingen ordenen of sorteren, inspecteren of steeds opnieuw tellen. Deze routines of handelingen worden door je kind dan uitgevoerd om angst te voorkomen of te verlichten.

We noemen het pas OCD/OCS als je kind veel tijd kwijt is aan dit soort gedrag (een uur per dag of meer), als het schade doet aan je kind of zijn functioneren, en als het gedrag er op gericht is om angst of spanning onder controle te krijgen.

 

Wat kunt je zelf doen om je kind te helpen zijn dwanggedrag te overwinnen?

Als het gedrag niet heftig en belemmerend is, bijvoorbeeld een ‘fiep’/stimmen/niet-belemmerend gedrag:

  • Besteed niet te veel aandacht aan gedrag dat ongevaarlijk is en de groei van je kind niet belemmert. 
  • Verbied je kind niet om de handeling uit te voeren en word niet boos.
  • Geef je kind veel liefde en positieve aandacht, zodat hij of zij zich veilig voelt.
  • Zorg voor zo veel mogelijk duidelijkheid in wat je kind kan verwachten in ‘nieuwe’ situaties; dat kan ook een uitstapje naar de supermarkt zijn.
  • Vermijd stress zo veel mogelijk. Stress is een grote aanjager van dwanghandelingen!
  • Laat je kind weten dat het goed is om emoties te voelen en te delen.
  • Praat regelmatig met je kind, zodat je weet wat er in hem omgaat en hem kan bijstaan ​​als hij het moeilijk heeft.

Een psycholoog of psychiater zal je waarschijnlijk het advies geven dat je dwanghandelingen niet moet tolereren. Dat klopt en dat is ook het verschil tussen een ‘gewone’ autistische handeling en een dwangmatige handeling. Soms zit daartussen een dunne lijn, dus houd goed in de gaten wanneer gedrag hoort bij het verwerken van prikkels of het krijgen van een fijn gevoel, en wanneer het een irrationele handeling is die gebaseerd is op angst.

Als de rituelen of het dwanggedrag je kind hinderen, bespreek dat dan eerst met hem of haar. Stel vragen, let op en probeer erachter te komen waarom je kind zich gedwongen voelt om dat gedrag te laten zien. Zit er behalve het autisme nog iets onder? Zijn er bepaalde dingen spannend of onduidelijk?

Wees geduldig en meelevend. Probeer samen met je kind te verzinnen wat er nodig is om het dwanggedrag weg te laten. Bedenk daarbij wat jij kunt doen om je kind te helpen? En hoe kun je je kind herinneren aan het plannetje dat jullie gemaakt hebben als je kind het vergeet of het toch even niet lukt?

Soms is het zo dat je kind juiste bepaalde situaties uit de weg gaat. Bijvoorbeeld een bepaalde route lopen, een straat oversteken of een voorwerp niet aan raken. Vraag dan bij je kind na hoe dat komt. Verzin samen een plannetje hoe je ook hier samen een plan met kleine stapjes die er voor kunnen zorgen dat dat toch gaat lukken. Als je merkt dat je kind op een andere manier met de situatie probeert om te gaan, reageer dan positief. Ook als het niet lukt!

 

Hulp vragen

Neemt het dwanggedrag toe in plaats van af? Of raakt je kind te veel in de stress of gaat het ten koste van je gezin?

Dan is het verstandig om deskundige hulp in te schakelen. Ga naar de huisarts voor advies; die weet waar je heen moet voor hulp.

Zelf kun je alvast informatie inwinnen op de site van de Stichting Angst, Dwang en Fobie.

Wil je zelf aan de slag met je kind? Kijk dan eens naar het boek Wat te doen als je gedachten vast komen te zitten van Dawn Huebner. Dat werkboek helpt om met dwanggedachten om te gaan en dwanghandelingen te verminderen.