“Afgelopen vrijdag stond ik met hem op de mat en het ging echt super lekker. Ik zag hem gewoon groeien, het was echt goed voor zijn zelfvertrouwen. Dus laat hem lekker op deze groep blijven, zou ik zeggen.”

Opgelucht hing ik net de telefoon op, blij met wat de boksleraar me net had verteld.

 

Ik belde hem omdat nu de lessen van mijn zoon niet meer door gingen – die zijn namelijk allemaal na 17:00 uur. En omdat hij net 16 geworden is, kon hij gaan meetrainen met de oudere groep.

Maar tja, dat wilde hij helemaal niet. Want boksen vindt hij leuk, maar sparren en wedstrijdtrainen – dat hoeft dan weer niet. En in de volwassenengroepen is het drukker en zijn ze toch nét even wat fanatieker.

 

Bijzonder sporten

Voor veel kinderen en jongeren met autisme is sporten behoorlijk lastig. En wat er passend is, is heel verschillend. Het ligt er nogal aan of je kind strakke regels nodig heeft, snel overprikkeld raakt of faalangstig is.

 

Jaren geleden kregen we van onze eigen begeleider de tip om onze zoon mee te laten doen met een speciale sportvereniging, die alleen kinderen met autisme begeleidde. Het werd zelfs vergoed via de begeleidingsuren vanuit de gemeente waar wij wonen. In de lessen zou gewerkt worden aan zelfvertrouwen, zou niet competitief getraind worden en ze zouden een certificaat krijgen aan het einde van het seizoen.

 

Uiteindelijk hebben we er niet voor gekozen. Maar voor heel veel kinderen kan het een goede manier zijn om kennis te maken met sporten en bewegen, en juist voor kinderen met veel faalangst of kinderen die meer begeleiding nodig hebben zijn er mooie resultaten.

 

Welke keuze heb je?

Kort gezegd kun je kiezen tussen vier soorten ‘sportverenigingen’.

 

De eerste zijn de organisaties die sporten als therapie aanbieden. Er wordt dan niet competitief getraind, en het ontwikkelen van vaardigheden van je kind staan dan voorop. Soms wordt dit vanuit de gemeente bekostigd.

 

De tweede is voorbereidend sporten. Vaak is dit een soort ‘gymles’ in de lokale sportzaal. Daarbij gaan deskundige begeleiders – zoals een fysiotherapeut of een wijksportbegeleider – kijken welke sport eventueel bij je kind past. Het is een soort ‘opstapje’ naar een gewone sportclub. Vaak kan de begeleider ook bemiddelen naar een passende club of team. Deze activiteiten heten vaak ‘wijksport’ of ‘sport extra’.

 

De derde is een speciaal team binnen een gewone vereniging. Er zijn bijvoorbeeld G-teams binnen verenigingen, vaak voor kinderen met een geestelijke beperking. Maar er zijn ook auti-teams, of teams met kinderen die verschillende vormen van extra ondersteuning nodig hebben. Bij deze teams is vaak geen competitie (maar soms ook wel) en is vaak het doorstromen naar een regulier team mogelijk.

 

De vierde is een reguliere sportvereniging of een regulier team. Daarin heb je natuurlijk wel verschil tussen de verschillende sporten, hoe veel ervaring en aanpassingsbereidheid de trainers hebben, en of de trainers cursussen voor het begeleiden van kinderen met autisme gevolgd hebben.

 

Tip: Speciale sportverenigingen met ervaring met autisme kun je vinden via de site van Uniek Sporten.

Waarom wel of niet?

Uiteindelijk is het vaak zoeken, zoals bij alles. Kijk naar wat je kind zelf aan geeft, en of je sporten meer ziet als lekker in beweging zijn, of energie kwijt kunnen, of als extra therapievorm. En wat wil je je kind uiteindelijk mee geven?

Sporten moet vooral geen extra stress opleveren – of in ieder geval niet de stress van onduidelijkheid of pesterijen!

Tip: Zet de eigenschappen van je kind op een rijtje, schrijf op welk doel sporten voor je kind moet hebben, en maak een lijstje met sporten die daar bij passen. Bel de verenigingen op en leg ze gewoon je vraag voor. Of ga een keer kijken. Je merkt snel genoeg of je vertrouwen hebt in de trainer en de vereniging.

 

Gelukkig heeft onze zoon een super boksschool getroffen, waar heel veel oog is voor juist jongeren die net even wat anders nodig hebben. De trainers hebben veel ervaring en stralen een enorme rust en stevigheid uit. Geen gedoe, zeggen waar het op staat, veel duidelijkheid en vooral denken in mogelijkheden. En, voor mij belangrijk: respect voor elkaar en geen opgefokte sfeer, zoals je die soms kunt hebben.

Maar eerlijk is eerlijk: dat hij nu op zijn plek zit is niet gegarandeerd. Wie weet is het volgende week klaar, en moeten we weer verder zoeken. Net als eerder, na de judo, de aikido, het hardlopen, het schermen en het duiken…