Bijna iedereen heeft er wel eens van gehoord: de fight/flight reactie.

Kort gezegd betekent het dat je bij gevaar één van deze twee dingen automatisch doet: je gaat vechten of je vlucht voor het gevaar.

 

Trauma en heftige stress

Als je kind pech heeft, ontwikkelt hij na een voor hem heftige gebeurtenis of periode PTSS: een post-traumatische stress stoornis. Bij kinderen met autisme gebeurt dit gemakkelijker dan bij kinderen zonder autisme, omdat hun gevoeligheid voor stress en prikkels vaak groter is en de verwerking van gebeurtenissen vaak moeizamer gaat.

Maar ook bij een langere periode met heftige stress kan een PTSS-reactie ontstaan.

 

Bij PTSS is de nare herinnering nog heel heftig aanwezig. Deze herinnering is dan steeds actief aanwezig. Vaak zorgt dat voor woede-uitbarstingen, agressie of prikkelbaarheid, slecht slapen, concentratieproblemen, heel wakker en alert zijn en heftig schrikken van onverwachte dingen.

Bij heftige stress zijn deze reacties er ook, maar zijn ze niet gekoppeld aan een herinnering.

 

In een stressvolle (trauma)situatie of in een herbeleving van de situatie zal je kind waarschijnlijk proberen te vechten of vluchten. Maar als dat niet kan (bijvoorbeeld omdat je kind wordt vastgehouden, in een hoek gedwongen wordt of iets anders), dan kan je kind zogenaamd ‘immobiliseren’.

Dat kan er op verschillende manieren uit zien. Soms als een heel alerte stilte of een bevriezing van het lichaam, soms als een staat van angst, en soms als dissociatie in een vlag of een flauwe reactie.

 

Fight, flight of iets anders?

Wat veel mensen niet weten, is dat fight & flight niet de enige twee reacties zijn die je lijf heeft op gevaar. Het zijn er maar liefst zes, en ze hebben een volgorde:

 

  • Freeze: de eerste fase van reageren op mogelijk gevaar kan bevriezen zijn. Net als een hert dat verstijft als hij groot licht ziet. Het doel is om te ‘stoppen, kijken en luisteren’ om de situatie beter te begrijpen en te bepalen of er een dreiging is. Meestal duurt dit maar kort.
  • Fight&flight: de tweede en derde fase van reageren zijn bedoeld als eerste pogingen om het gevaar te ontvluchten, maar als dat niet kan, dan zul je gaan vechten.
  • Fright: de vierde fase begint wanneer vluchten of vechten de veiligheid niet herstellen. Wanneer er geen ontkomen aan is, neemt een ‘schrikreactie’ het over met gevoelens van paniek, duizeligheid, misselijkheid, een licht gevoel in het hoofd, tintelingen en gevoelloosheid. Je kunt in deze fase ook gaan dissociëren. Dan raken bepaalde functies in de hersenen verstoord, zoals je bewustzijn, geheugen of de waarneming van je omgeving. Het is bedoeld als zelfbescherming omdat je hersenen de situatie niet aan kunnen.
  • Flag: Als er nog steeds geen oplossing is voor de bedreigende situatie, ga je door naar de vijfde fase, ‘verlammen’. Je stort dan in elkaar, wordt hulpeloos en wanhopig. Hier kort dissociatie vaker voor. Vrijwillige bewegingen (bijvoorbeeld praten) worden moeilijker, geluiden klinken ver weg, je zicht wordt wazig en je raakt gevoelloos.
  • Faint: De ‘flauwvalreactie’ is echt gericht op overleving. Als je flauw valt en plat ligt, kan het bloed gemakkelijker naar je hersenen stromen. Ook is het het sterkste signaal van afkeer naar de buitenwereld toe. Het kan samen gaan met misselijkheid, verlies van darmcontrole en overgeven.

 

PTSS en autisme

Voor een trauma geldt, dat hoe langer het trauma duurt en hoe langer het duurt voordat je passende hulp krijgt, hoe groter de kans dat je traumareactie ‘in je lijf in slijt’.

Je gaat dan bij stress of angst automatisch reageren zoals je reageerde op het trauma. En dat is vaak heel heftig.

 

Omdat kinderen met autisme moeilijker te behandelen zijn voor PTSS, hebben zij vaker en langer last van traumareacties.

 

Daarbij is het zo, dat als je reactie op het trauma vechten of vluchten kon zijn, dat dat waarschijnlijk de reactie is die je ook bij stress en angst laat zien.

Als je reactie juist schrik, verlamming of flauwvallen, was, dan zul je waarschijnlijk vaker dissociëren of daar symptomen van laten zien. Bijvoorbeeld je overweldigd of ‘mistig’ voelen, moe, stilgelegd, licht in het hoofd, misselijk of gevoelloos.

Zo’n herbelevingsreactie kan minuten of uren duren om van te herstellen.

 

Hoe kun je helpen?

Met korte oefeningen kun je het stress systeem van je kind proberen tot rust te brengen. Het vraagt wel oefening.

 

Wat je kunt proberen:

  1. Diepe ademhaling, buikademhaling of hartcoherentie;
  2. Aandachtsoefeningen: daarbij ga je met je gedachten actief naar wat er in je omgeving is. Bijvoorbeeld de 54321-zintuigoefening (vijf dingen die je ziet, 4 die je voelt, 3 die je hoort, 2 die je ruikt en 1 die je proeft).
  3. Geleide beelden of geleide meditatie;
  4. Een wisseling in temperatuur (bad, douche, koude douche, ijsje, kruik);
  5. Diepe druk.

 

Zit je kind midden in een herbeleving of stress-reactie? En heb je nog geen hulp of aanwijzingen van een psycholoog gehad hoe je moet handelen?

Help je kind dan om zijn ogen open te houden, rond te lopen en te bewegen, en laat hem praten of liefst zingen.

 

Maar het aller-állerbelangrijkste: hulp zoeken.

Zelf trauma verwerken is heel lastig, bijna onmogelijk. Zeker bij kinderen, en zeker bij autisme. Zoek professionele hulp van een gespecialiseerde instelling.

Op korte termijn kan medicatie soms helpen. Daarmee los je alleen het onderliggende probleem niet op, dus therapie is altijd nodig.