Stress. De grote sluipmoordenaar van onze tijd.
Klinkt dat een beetje dramatisch?
Toch blijkt iedere keer opnieuw dat stress een heel aantal jaar van je leven af kan halen.
Mensen die lang veel stress ervaren, hebben een grotere kans om te overlijden aan ziektes en hartfalen.

Leven met een autistisch brein in een wereld die daar niet op is ingericht zorgt op zichzelf al voor veel stress. Vanuit overprikkeling, vanuit verwachtingen van anderen, vanwege een hoop sociale ‘ruis’ die verwerkt moet worden. Als die stress wat langer duurt, dan kan het zijn dat het lichaam een soort van evenwicht lijkt te krijgen. Dan krijg je het idee dat je lichaamsfuncties weer in evenwicht zijn, maar ondertussen vindt er wel uitputting in het lichaam plaats. Er gaan veel voedingsstoffen op aan stress en spanning – de stressreactie in je lijf gaat dan veel voedingsstoffen ‘wegroven’. De B-vitamines zijn daar een goed voorbeeld van: die zijn nodig voor de aanmaak van maagzuur, maar ook van adrenaline. Je kunt dus maagklachten krijgen van stress, dat is helemaal niet raar!

Als de stress een hele poos duurt, word je daardoor ook vatbaarder voor ziektes. Je lijf komt namelijk na verloop van tijd komt in een uitputtingsfase. Het lichaam is dan niet meer in staat de hormonale en neurale processen in balans te houden. Oftewel: boodschappen van hersen naar lijf en andersom worden niet goed meer doorgegeven en bepaalde lichaamsprocessen worden verstoord. Zoals je darmen, je maag, je spieren, je schildklier, je lever…

Maar wat ook blijkt: als mensen goede sociale relaties hebben dan helpt dat om op een goede manier om te gaan met stress. Ook bij autisme! Want een ‘goede sociale relatie’ is natuurlijk maar net hoe iedereen dat zelf ervaart. Dat kan per mens verschillen – het principe dat het helpt om stress onder controle te houden blijft hetzelfde.

Er zijn twee manieren waarop sociale relaties helpen bij stress. De eerste manier is door praktische hulp: het over nemen van taken, helpen in het huishouden, helpen bij dingen op een rijtje zetten en samen kijken hoe je iets aan kun pakken. En de tweede manier is door emotioneel te steunen. Door te luisteren zonder oordeel, zelfvertrouwen te geven én iemand het gevoel te geven dat hij of zij deel is van een groep, ‘er bij hoort’. Zo help je elkaar ook om niet in vervelende gewoontes te vallen.

Het fijne is, dat ook het hebben van een huisdier (of hulpdier) heel erg kan helpen. Een huisdier helpt – ook bij autisme – vaak net zo goed als een vriend of vriendin om stress te verminderen. Als het dier er bij is, vermindert de stress die iemand voelt op dat moment, ook tijdens een stressvolle taak.

Op dit moment maak ik voor andere coaches een cursusdag over stress en spanning. Super interessant en leerzaam, en een deel daarvan zit ook in het BijzonderBrein traject.
Ben jij dus op zoek naar manieren om de stress bij je kind te verminderen? Wil je dat iemand een keer hardop met je mee denkt? Plan dan gewoon eens een half uurtje meedenktijd in. Daar kom je zeker wijzer uit!