Ik krijg met regelmaat de vraag of een huisdier helpend kan zijn in een gezin met autisme. En tja, daar kan ik natuurlijk niet zo maar een antwoord op geven. De vraag is niet of het helpend kan zijn voor je kind: dat kan het zeker.

De vraag is vooral of je het juiste dier kiest, en of je er op de juiste manier mee om gaat.

 

Positieve effecten van een huisdier

Er is inmiddels redelijk wat onderzoek gedaan naar dierondersteunende therapie: dus therapie via dieren. Je kunt dan denken aan equitherapie (met paarden) of hulphonden.

Minder onderzoek is er gedaan naar de positieve effecten van een huisdier, zonder dat daar direct een therapie aan gekoppeld is.

 

Bij diertherapie zien we dat de kinderen zich sociaal zekerder voelen, dat ze minder last hebben van angsten, meer taal gaan gebruiken en dat ze vaak ook gewoon blij worden van het werken met de dieren.

 

Bij huisdieren zien we vooral dat ze bij kinderen voor veel rust zorgen. Het aaien van het dier zorgt dat de stressreactie van het kind afneemt: de adrenaline en cortisol in het lichaam nemen af. Het risico op een meltdown of shutdown neemt daarmee ook af. Het is dan ook een hele goede manier om bijvoorbeeld na school even vast wat prikkels van die dag te verwerken.

Wat we ook zien, is dat kinderen het vaak fijn vinden om de verantwoordelijkheid voor een levend wezen te hebben. Wat niet zegt dat ze die verantwoordelijkheid ook gelijk aan kunnen! Maar het idee dat je moet voeren, borstelen en uitlaten (vooruit, niet met je kat) is in de ogen van een kind vaak best een grote taak. Maar omdat die zo overzichtelijk is, zorgt het voor een trots gevoel: ‘hee, dit kan ik’!

 

Autisme en dieren

Er zijn verschillende redenen waarom autisme en dieren goed samen gaan:

  • Dieren zijn zacht en geven een fijne sensorische input
  • Het is makkelijker om contact te leggen met dieren, en de interactie is vaak positief
  • Als dieren geen contact willen, laten ze dat heel duidelijk merken
  • Dieren en autisten zijn allebei ‘detailgericht’. Dat maakt dat ze in onderling spel makkelijker wederzijds begrijpen waar het over gaat, wat de ander ervaart zogezegd.
  • Als het in de interactie even mis loopt of het dier heeft geen zin meer, dan is het acceptabel en normaal om weg te lopen, rond te snuffelen of je terug te trekken. Die mogelijkheid om even terug te trekken zorgt er voor dat er minder druk op het spel ligt.
  • Er is geen gepast of ongepast gedrag om je druk om te maken
  • Knuffelen met een dier is niet gebonden aan verwachtingen, en geeft dus sociale rust. Van dat knuffelen neemt stress af.

 

Wat als je echt op zoek bent naar een hulphond?

Veel kinderen met autisme hebben niet alleen baat bij een knuffelmaatje, maar bij een echte hulphond. Echte hulphonden zijn getraind om de persoon door moeilijke situaties heen te leiden. Ze helpen meltdowns en shutdowns voorkomen of helpen de persoon er doorheen. Ook zijn ze een soort ‘anker’ in een onduidelijke wereld. Omdat ze er altijd zijn en het baasje op de hond kan vertrouwen, is de angst om bijvoorbeeld te reizen minder.

Daarnaast is het ook een oplossing voor gezinnen met kinderen die vak weg lopen, waardoor gevaarlijke situaties ontstaan. Het kind wordt dan aan de getrainde hond vastgemaakt, waardoor weglopen niet meer mogelijk is. Aan de kinderen wordt op deze manier geleerd dat nieuwe situaties niet direct eng zijn – ze hebben hun begeleider namelijk altijd bij zich!

 

Je kunt een hulphond aanvragen. Of je kunt je eigen hond laten testen en trainen om hulphond te worden, als die daar voor is goedgekeurd door het trainingsinstituut. Dat gaat niet zo gemakkelijk – er zijn lange wachtlijsten – en het is een duur proces.

De KNGF heeft op dit moment een aanvraagstop, van alle aanvragen die in Nederland worden gedaan voor autisme hulphonden wordt 90% om verschillende redenen afgewezen, en als je dan door die selectie heen komt is de wachtlijst voordat de training kan beginnen een jaar.

Er is bij autisme (of welke andere niet-lichamelijke reden ook) meestal geen vergoeding mogelijk via de gemeente. Een heel enkele keer kan een autisme hulphond vergoed worden vanuit een gemeentelijke PGB.

Alleen in sommige gevallen, zoals wanneer je ook een lichamelijke beperking hebt – is er vergoeding mogelijk via de ZVW (Zorgverzekeringswet). De hond moet dan echt nodig zijn voor hulp bij het dagelijse leven (bijvoorbeeld gevallen sleutels oprapen) of een gezondheidsfunctie hebben (zoals bijvoorbeeld een signaleringsfunctie bij epilepsie).

Zonder vergoeding moet je rekenen op – niet schrikken – 25.000 tot 40.000 euro aan trainingskosten.

Een geaccrediteerde school heeft een internationaal keurmerk van de  ADEu / ADI . Zij screenen hulphondenscholen op geschiktheid, zowel organisatorisch als inhoudelijk. Veel scholen beweren dat ze honden kunnen trainen, maar zonder keurmerk kun je daar helaas niet zo maar van uit gaan. Er gaat veel geld in om, en dat zorgt ook bij trainingsscholen helaas voor mindere kwaliteit. Oók als het gaat om een stichting en niet om een bedrijf. Vraag dus altijd door.

 

Doen?

Al met al goede redenen om ook serieus na te denken over alternatieven voor een hulphond. Soms kan een ander dier (zelfs vogels bijvoorbeeld) of een andere techniek ook helpen tegen stress, meltdowns of helpen bij vaker de deur uit komen.

 

Twijfel je nog over een huisdier of hulpdier?

 

  • Voor wat voor soort of ras dier heb je ruimte in je huis?
  • Voor wat voor soort dier heb je het budget in je huishoudpot? (Vergeet kosten voor inentingen, dierenartsbezoek en dergelijke niet!)
  • Hoe veel zorg vraagt het dier en wie gaat dat doen?
  • Voor wat voor soort dier heb je tijd?
  • Wat is de achterliggende reden voor een huis- of hulpdier? Waar hoop je op en wat voor dier past daar bij?
  • Moet je nog met andere dingen rekening houden? Een omgangsregeling (met of zonder dier?), allergieën…?

 

Een dier is geen speelgoed en geen therapie op zich. Een dier is een levend wezen dat deel uit gaat maken van je gezin en je familie. Een dier in huis halen en daarna weer weg doen is traumatisch, niet alleen voor je kind maar ook voor het dier zelf. Dat vergeten we nog wel eens. Kies alleen voor een huis- of hulpdier als je 100% toegewijd bent.

Ben je dat niet, dan is dat helemaal okee!

Misschien kun je met buren afspreken dat je kind daar af en toe gaat knuffelen, of dat hij hun hond iedere dag een keer uit laat. Ook dat kan al heel fijn helpen om te ontprikkelen, in beweging te komen en een liefdevolle band met een ander wezentje op te bouwen.