Deze avond, toen we gingen eten, stortte mijn zoon van zestien zich op de bank.
Hij wilde niet eten.
Hij wilde niet drinken.
Hij wilde niet praten.
Hij stortte zich op de bank, begroef zijn gezicht in een kussen en bleef daar liggen.
Het was duidelijk te veel.
Mijn moederhart scheurde. Van verdriet. En van trots.
Rewind naar vorige maand, naar vorige week, naar gisteren.
De school van mijn zoon had blijkbaar besloten de coronaperiode goed te maken.
In de laatste schoolweek hadden ze een uitje naar een pretpark, een dierentuin, een openluchtmuseum, een workshopdag én een feestelijke schoolafsluiting gepland.
Dit is, mind you, een school met voornamelijk onderwijs voor kinderen in het autistisch spectrum…
(Persoonlijk heb ik liever dat ze de ouderbijdrage steken in een fatsoenlijke methodiek voor sociale vaardigheden in plaats van in extra uitjes, maar soit, dat ben ik. Blijkbaar vindt de medezeggenschapsraad daar wat anders van. En nee, daar ga ik niet in, dank u zeer. Ik heb genoeg frustratie in mijn leven zoals het nu is. 😉)
Enfin. Mijn zoon hikte dus al weken tegen deze dagen op. Vooral dit uitje: een uur in de bus met héél veel drukke leerlingen.
Hoe je je kind daar ook op voorbereidt: je weet gewoon van tevoren dat dat heftig gaat worden en dat je kind met een beetje pech super overprikkeld raakt.
Dus ondanks alle voorbereiding (De dag doorspreken, plattegrond uitprinten, wil je een autipas mee? Zijn je oortjes opgeladen? Heb je een buddy geregeld?) heb je als moeder dan toch een knoop in je maag.
Maar: eerste overwinning: hij ging mee! Hij ging het proberen, zelfs zonder dat ik met hem een noodplan had doorgesproken.
En toen hij thuis kwam: ja, hij was overprikkeld en boorde zich in de bank. Maar toen het eenmaal rustiger was, gaf hij antwoord en bleek dat hij het eigenlijk prima naar zijn zin had gehad. Met twee oude vrienden uit een andere klas, met wie hij contact had gezocht en lol had gehad.
En hij was niet in die ene mega achtbaan geweest – dat was te veel geweest. En daarmee had hij dus een grens aan gegeven, iets wat soms lastig is.
Dus mijn hart brak. Van de wetenschap dat hij misschien zijn leven lang last zal hebben van deze prikkelgevoeligheid. Dat veel plannen te veel zal zijn. Dat de onduidelijkheid, de onzekerheid, het steeds schakelen voor hem iets is wat blijvend voor moeilijkheden in zijn leven zorgt, die ik niemand gun – laat staan mijn eigen kind.
En mijn hart gloeide van trots. Omdat hij over zijn eigen angst en twijfel heen gestapt was, en toch mee gegaan was. Omdat hij zelfstandig steun gezocht had bij anderen. Omdat hij een grens had bepaald en die had aangehouden.
Jaren geleden was dit niet mogelijk geweest. Jaren ben ik mee gegaan als begeleider en dan nóg was het rondlopen in overlevingsstand de hele dag. Wát een groei dus.
Dus een hart onder de riem. Je kind groeit en leert, en je kunt nooit helemaal voorspellen hoe je kind zich gaat ontwikkelen.
Natuurlijk helpt het als je een plan hebt! Als je weet wat de aandachtspunten zijn bij je kind, en dat je daar gericht op gaat trainen.
Dat doen wij ook, bewust en onbewust. Doordat we met zes mensen in één huis leven en er dus altijd prikkels zijn. Doordat we niet flauw zijn en een balans proberen te vinden tussen ontprikkelen en nét even die grens oprekken; wat kun je aan?
En dat is wat ik jou gun, en je kind. Dat je groei ziet bij je kind. Dat je weet wat je kunt doen om je kind verder te helpen. Dat je het zelfvertrouwen van je kind ziet groeien. Ondanks die prikkelgevoeligheid. Of juist omdat je die ziet afnemen!
Gun jij je kind (en jezelf!) dit ook, check dan het BijzonderBrein programma en kijk of het iets voor jou is.
Daarin leer je hoe je het brein en het lijf van je kind optimaal kunt ondersteunen met ontprikkeling, voeding, beweging, slaap én hoe je het zelfvertrouwen, de sociale vaardigheden en de zelfstandigheid van je kind kunt stimuleren. Zodat je je kind de basis geeft die nodig is om te kunnen ontwikkelen.
In augustus heb ik een afspraakvrije maand, maar tot en met eind juli kun je nog een gesprek inplannen om even kennis te maken en te kijken of het programma past bij wat jouw kind nu nodig heeft. Géén salesgesprek, maar echt even eerlijk samen kijken hoe jij je kind verder helpt.
Twijfel niet, want zeg eerlijk: je bent niet voor niets zo ver gekomen met lezen. Gun je kind dit, en dan spreek ik je hopelijk snel. ❤️