Ken je dat, het Leed Dat Taxi Heet? Met wisselende chauffeurs en tijden?

Of de Verschikking Van De Zieke Juf, met een invalkracht voor de klas?

 

Veranderingen zijn vaak moeilijk en in het hoofd van een kind met autisme kan dat leiden tot kortsluiting. In sommige gevallen kan dat dan maar één kant op, en dat is er uit – en wel met een explosie!

 

Kasten, deuren, broodtrommels, brillen – alles moet het dan ontgelden.

 

En tja, dat is verdomde lastig, want je kunt nu eenmaal niet alles voorspellen in het leven. Je kunt niet alles dichtplannen, hoe erg je dat ook probeert. Het leven is wat er gebeurt terwijl je andere plannen maakt, was het niet?

Natuurlijk wil je het leven zo overzichtelijk en veilig mogelijk maken voor je kind. Maar uiteindelijk wil je óók dat je kind flexibel wordt! Hoe gemakkelijk dat gaat (of niet) ligt ook aan het stress- en tolerantieniveau van je kind. Maar misschien kun je het volgende eens proberen: plan uitzonderingen in.

 

Huh? Uitzonderingen inplannen? Dat kan toch niet, daar zijn het toch juist uitzonderingen voor?

 

Ja, maar dat weet je kind niet. 😉

 

Allereerst: het is nodig dat je een strategie hebt. Je bent een wolvenmoeder of je bent het niet!

Bedenk zo’n drie dingen die je plant als ongeplande leuke dingen die ‘gewoon gebeuren. Zoals een ijsje halen, of langs de McDrive voor een milkshake. Benoem dat hardop: “Oh kijk, dat hadden we niet gepland, maar het is okee. Deze dingen gebeuren.” Je kunt er zelfs even je schouders bij ophalen!

Plan daarna een drietal dingen in die neutraal zijn, die anders lopen. Denk aan een andere kleur beker op tafel, of bestek dat verkeerd om ligt. Reageer met een luchtig “Oh kijk, dat hadden we niet gepland, maar het is okee. Deze dingen gebeuren.”

Zo bouw je tolerantie op voor wanneer er echt een keer iets vervelends gebeurt: “Tja, niet gepland, maar het is okee. Deze dingen gebeuren.”

Natuurlijk mag je daarbij best de gevoelens van je kind erkennen! Boos is boos, en dat is helemaal okee. “Ja, je bent boos, en nee, dit is niet gepland. Maar het is okee en het komt goed. Deze dingen gebeuren.”

 

Natuurlijk heb je niet van de ene op de andere dag tolerantie voor verandering opgebouwd. En het is én blijft belangrijk om juist ook de positieve veranderingen te benoemen. Zo wordt verandering niet steeds weer gekoppeld aan een negatieve emotie. Blijf dus ook die positieve ‘toevalstreffers’ organiseren, juist wanneer er een paar keer achter elkaar een vervelende verandering geweest is. 

 

En gaat toch broodbak #5 of bril #12 er aan? Het is okee. Deze dingen gebeuren, mama.